Aardbeienstekken kunnen in de kas geteeld worden in een hangende stekkenteelt. In deze teelten komen verschillende plagen voor zoals aardbeimijt, spint, bladluis en witte vlieg. Deze plagen worden vaak synthetisch aangepakt.
Duurzaamheid wordt echter steeds belangrijker in onze maatschappij en het spuiten van synthetische gewasbeschermingsmiddelen komt steeds vaker onder druk te staan. Een gevolg hiervan is dat het huidige middelenpakket krimpt. Neem bijvoorbeeld de werkzame stof van Batavia en Movento, spirotetramat, welke op 31-7-2024 komt te vervallen. Batavia is het enige toegelaten middel dat werkt tegen aardbeimijt in de bedekte aardbeienteelt.
Wanneer er met gewasbeschermingsmiddelen gespoten wordt, al dan niet synthetisch, is het raken belangrijk. In het begin van de teelt is dit goed mogelijk, maar zodra het gewas gaat groeien wordt dit steeds moeilijker. Hoe langer de stekken worden, hoe moeilijker het raken wordt.
Biologie benutten: natuurlijke vijanden
Gelukkig hebben de eerdergenoemde plagen natuurlijke vijanden die we in deze teelt uit kunnen zetten. Tegen aardbeimijt en tegen spint kunnen twee soorten roofmijten uitgezet worden. Deze kunnen in 1x gemengd gestrooid worden of met zakjes uitgezet worden.
Bladluizen hebben ook veel natuurlijke vijanden en meerdere van deze natuurlijke vijanden (o.a. sluipwespen en galmuggen) zetten wij in tijdens teelten.
Tenslotte is er nog witte vlieg; ondertussen sector-breed misschien wel het moeilijkste probleem om op te lossen. Maar ook met de biologische bestrijding van witte vlieg maken we stappen. Wij zijn ervan overtuigd dat het mogelijk is deze plaag met puzzelstukjes die we hebben onder de duim te houden.
Kiezen voor biologische bestrijding met Klep Agro
Meer weten over hoe we biologie benutten om uw gewassen te beschermen en een optimale teelt te realiseren? Lees er alles over in onze blog ‘Biologische bestrijding: zo vindt Klep Agro de ideale werkwijze voor iedere klant’. Of neem direct contact met ons op om de mogelijkheden voor uw teelten te bespreken.
De afgelopen jaren is de overlast door eikenprocessierupsen steeds verder toegenomen. Zowel de verspreiding als de aantallen zijn gestegen, waardoor de plaaginsecten meer opvallen en voor meer hinder zorgen. De vraag om bestrijding van de eikenprocessierups neemt daardoor logischerwijs ook toe, en voor velen is het een zoektocht naar de juiste bestrijdingsmethode.
Het wegzuigen van de eikenprocessierups heeft namelijk veel voeten in de aarde, doordat de rupsen na het wegzuigen maar liefst 8 jaar begraven moeten worden voordat de brandharen volledig afgebroken zijn. En het verbranden van eikenprocessierupsen zorgt juist voor tijdelijke extra overlast door vrijgekomen brandharen. Ook beschadigt deze methode vaak de boom en bestaat de kans op bermbranden, zeker in de drogere periodes.
Daarom kiest men tegenwoordig vaak voor biologische bestrijding van de eikenprocessierups. Hoe gaat de biologische bestrijding precies in zijn werk, en welke middelen worden hierbij gebruikt? We vertellen u er graag meer over!
Biologische bestrijding met aaltjes
Een veelgebruikte biologische bestrijdingsmethode is de inzet van aaltjes, ook wel nematoden genoemd. De aaltjes worden in de avonduren machinaal in de eikenbomen gespoten. Dit gebeurt specifiek ‘s avonds of ‘s nachts, doordat de aaltjes geen uv-licht kunnen verdragen.
De aaltjes dringen de eikenprocessierups binnen via mond of anus en laten in de rups een bacterie achter die voor een darminfectie zorgt, waardoor de rups sterft.
Biologische bestrijding met bacteriepreparaten
De andere veelgebruikte bestrijdingsmethode betreft een behandeling van de eik met een bacteriepreparaat. Dit preparaat wordt met eenzelfde spuitmond op de eik gespoten als bij de biologische bestrijding met aaltjes het geval is. Het verschil zit hem echter in het moment van aanbrengen. Het bacteriepreparaat wordt namelijk juist overdag aangebracht op de eikenbomen.
Om goed te kunnen werken moeten de eiken op het moment van aanbrengen wel voldoende blad dragen. De eikenprocessierupsen krijgen de bacterie namelijk binnen door middel van vraat.
Na het eten van eikenblad met het bacteriepreparaat krijgt de rups de bacterie binnen. De bacterie zorgt ervoor dat de rups niet langer een hongergevoel krijgt. Dit komt door de vorming van kristal in het lichaam van de rups, veroorzaakt door de bacterie. Als gevolg krijgt de rups geen hongersignaal meer door, stopt met eten en sterft zo een hongerdood.
Feromoonvallen
Naast deze biologische bestrijdingsmethoden worden ook feromoonvallen ingezet. Aaltjes en bacteriepreparaten worden ingezet wanneer de rupsen nog jong zijn, feromoonvallen juist later in het seizoen, zodra de rupsen al in vlinders veranderd zijn.
Feromoonvallen maken gebruik van een feromoon die mannelijke motten aantrekken. De vallen hebben een dubbel doeleinde. Enerzijds worden de vallen gebruikt om in te schatten hoe groot de populatie dit jaar is, zodat een voorspelling gedaan kan worden voor de overlast in het komende jaar.
Maar daarnaast hebben de vallen ook een direct praktisch nut: iedere weggevangen mot kan niet langer paren met vrouwelijke soortgenoten, waardoor direct invloed uitgeoefend kan worden op de grootte van de nieuwe lichting eikenprocessierupsen.
Eikenprocessierups biologisch bestrijden met Klep Agro
Wilt u de eikenprocessierups biologisch gaan bestrijden en heeft u hiervoor de juiste middelen nodig? Bij Klep Agro kunt u terecht voor bacteriepreparaten, aaltjes en feromoonvallen. Ook bieden wij beschermende kleding en maskers aan om u te beschermen tijdens het aanbrengen van deze middelen.
Neem contact met ons op voor meer informatie over onze biologische bestrijdingsmiddelen en beschermende kleding.